15 vragen aan Marco Iorio
(Cane Corso ei
genaar-fokker-trainer, speler in het IPO programma)

 

 

1. Door wie werd de CAL 2 test gecreeërd?
De test werd ontworpen door een technisch comité van de ENCI, samengesteld uit experts.

 

2. Is de CAL 2 test enkel voorbehouden voor de Cane Corso, of kunnen andere rassen er ook aan deelnemen?
De CAL 2 is een test die toegankelijk is voor alle rassen, maar om te worden erkend, moet de test worden goedgekeurd door de rasvereniging, indien die er is. Aan één van onze voorgaande CAL 2 tests namen twee Zwitserse witte herders deel. De CAL 2 werd in Italië ook gebruikt voor de Belgische herders en gaf tot enkele jaren geleden het recht op toegang tot de werkklasse op show. In feite komt de CAL 2 voort uit CAL 3, die op zijn beurt werd bestudeerd en ontworpen voor het ras Boxer.

 

3. De naam “CAL 2” geeft het idee dat er ook een CAL test is 1. Indien dit het geval is, moet een hond dan slagen voor de CAL 1 test voordat hij kan deelnemen aan de CAL 2?
Er bestaat inderdaad een CAL 1 test, deze is eenvoudiger dan de 2, vooral wat betreft de verdedigingsfase, maar in slagen voor de CAL 1 test is geen vereiste om te kunnen deelnemen aan de CAL 2.

 

4. Is CAL 2 een verplichte test om door te stromen naar een andere discipline of om een ​​bepaalde titel te behalen?
CAL 2 is geen bewijs maar een proef van bekwaamheid en als zodanig om de attitudes en kwaliteiten van het karakter van de betreffende hond te evalueren.
Alvorens de titel van Italiaans Kampioen (schoonheid) kan worden gehomologeerd, moet een hond slagen voor CAL 2.

 

5. Wat is de minimumleeftijd waarop een hond de test mag afleggen?
De minimumleeftijd om deel te nemen aan deze test is 12 maanden.

 

6. Indien een hond niet slaagt voor de CAL 2 test, hoe snel kan hij dan opnieuw deelnemen en hoeveel kansen heeft hij in totaal?
Indien de test niet succesvol is (dus niet goedgekeurd), kan de hond na minimum een maand opnieuw deelnemen. Indien hij ook dan niet slaagt, kan hij een laatste keer deelnemen, ten minste zes maanden na de eerste.

 

7. Welke halsband en leiband dient men te gebruiken tijdens het afleggen van de test?
Tijdens de training wordt er vaak gewerkt met een harnas.
De test zelf echter wordt verplicht afgelegd met een slipketting, die op aanwijzingen van de keurmeester in of uit strop gezet wordt.
De leiband dient minstens 2 meter lang te zijn.

 

8. Mag men tijdens de test met de hond praten?
De CAL 2 is geen test van gehoorzaamheid of IGP, dus kleine verbale hulpmiddelen worden toegelaten, deze weinig verschil uitmaken tijdens bij het defitieve oordeel.

 

9. Speelt gehoorzaamheid een rol bij de beoordeling van de hond tijdens de test?
Uiteraard, maar dat maakt geen enkel verschil, omdat het voldoende is dat de hond niet aan de lijn trekt om te ontsnappen of om contact met vreemden te vermijden. Mits zijn houding niet duidelijk angstig of agressief is heft gehoorzaamheid geen invloed op het resultaat van de test.

 

10. Door hoeveel keurmeesters wordt de hond beoordeeld tijdens de test?
Deze test wordt gekeurd door slechts één keurmeester, erkend door de ENCI.

 

11. Hoe wordt de hond geëvalueerd tijdens de test? Door het apart geven van punten op elk van de drie delen van de test, of beslist de keurmeester op basis van wat hij ziet -zonder een puntensysteem- of de hond slaagt of niet?
Er is geen gecodeerd puntensysteem, maar in alle gevallen zal de keurmeester rekening houden met de 3 fasen, maar vooral met de houding van de hond gedurende de hele test, van de presentatie tot het einde.

 

12. Wordt het bestraft wanneer de hond de “verdediging” start zonder het commando van zijn geleider?
Er is geen standaard aanvalsvolgorde, de verdediging start wanneer de pakwerker de revier Het is belangrijk dat de hond op de dreiging reageert door de geleider te verdedigen. Dus, zelfs als u geen bevel geeft, zal de hond alsnog slagen voor de test. Daarentegen, indien het bevel wordt gegeven en de hond niet reageert, zal hij niet voor de test slagen.

 

13. Is de reactietijd van de hond een gunstige factor tijdens het onderdeel “verdediging”?
Natuurlijk, hoe reactiever de hond is, des te meer zijn natuurlijke kwaliteiten worden benadrukt, wat zeker door de keurmeester zal worden beloond. De reactiviteit is een van de essentiële eigenschappen van degenen die de sportieve en niet-sportieve training willen voortzetten.

 

14. Hoelang moet de hond de mouw vasthouden gedurende het onderdeel “verdediging”?
Er is geen geschreven regel met een vooraf bepaalde tijd, meestal is 3 seconden zonder de mouw te verlaten meer dan genoeg om te slagen voor dit onderdeel, maar ik herhaal dat de attitude van de hond tijdens de beet veel belangrijker is dan de kwaliteit van de beet zelf. Of deze nu vol is of met de snijtanden, de hond moet bijten en de beet moet duidelijk zijn en niet slechts “het aanraken van de mouw”.

 

15. Indien de hond niet reageert op het commando van de conducteur om de mouw los te laten, is dit dan een negatieve factor die het eindresultaat kan beïnvloeden?
Het “loslaten” is optioneel. Als gevolg hiervan zal de keurmeester het niet in zijn beoordeling betrekken.