Beste reu, beste teef en beste hond van het ras

 

De reuen worden altijd eerst gekeurd, daarna de teven. Aan het eind van de keuring van alle klassen van de reuen wordt de beste reu gekozen. De nummers 1 van alle klassen komen dan weer in de ring, mits zij een uitmuntend hebben gekregen, de keurmeester laat de honden weer even lopen en bekijkt ze nogmaals, waarna hij tot plaatsen overgaat. De nummer 1 krijgt het CAC (en eventueel het CACIB), dit zijn kampioensprijzen.

De nummer 2 uit de klasse waaruit de nummer 1 kwam mag bij de overige honden in de ring komen (mits deze een uitmuntend kreeg) om mee te doen voor de plaatsing van nummer 2. Deze hond krijgt het reserve CAC (en eventueel het reserve CACIB). Dit gebeurt ook bij de teven. Deze reservepunten hebben in België voor de Cane Corso enkel waarde indien de hond naar wie het volle CAC/CACIB reeds nationaal (in het land waar de show plaatsvindt) of internationaal kampioen is, in dat geval schuift het volle CAC of CACIB door naar de hond aan wie het RCAC of RCACIB toegekend werd.

 

show1
Tot slot wordt de beste van het ras (Best Of Breed: BOB) gekozen. De beste reu en de beste teef komen samen in de ring en de keurmeester kiest de BOB. De BOB komt op het eind van de dag uit in de erering. Tijdens de erekeuringen strijden de beste honden van elk ras per rasgroep tegen elkaar om beste van hun groep te worden. De beste van alle rasgroepen strijden later weer tegen elkaar om beste van de hele tentoonstelling te worden (Best In Show: BIS)

De baby- en puppyklasse doen niet mee met de plaatsing van de beste reu en beste teef. Zij krijgen wel een diploma/keurrapport, maar kunnen alleen een veel belovend, belovend of weinig belovend krijgen. De honden met een veel belovend dingen mee naar beste pup of beste baby. Of de jeugdklasse deelneemt aan de plaatsing van de beste reu en beste teef is verschillend per land. In de landen waar dat niet het geval is (oa. België) wordt er uit de beste jeugdreu en beste jeugdteef een beste jeugdhond gekozen.