De taak van de keurmeester

 

 

keuring2
De keurmeester heeft tot taak elke hond individueel te bekijken, te beschrijven en afrondend een kwalificatie toe te kennen. Tijdens het keuren zet de keurmeester de hond die voor hem (of haar) staat in gedachten af tegen het ideaalbeeld van dat ras, dat beschreven staat in de rasstandaard. Via de schrijver (die namens de keurmeester zijn visie op papier zet) wordt een kort en krachtig keurrapport geschreven. De bijzonder goede punten van de hond, indien die er zijn, moeten er in naar voren komen, maar ook de mindere als die in de kwalificatie tot uitdrukking zullen komen. De verslagen dienen onderling met elkaar in balans te zijn. De beoordeling van de hond die beste van het ras zal worden moet belangrijkere pluspunten en minder minpunten bevatten dan die van de hond die ongeplaatst de ring uit zal gaan. Dat vergt van de keurmeester concentratie, systematiek en ervaring. De keurmeester heeft per hond enkele minuten om tot een oordeel te komen. Het hangt af van de persoonlijke invalshoek, de kennis van en de connectie met het ras waar hij de nadruk op legt en dus hoe zijn opinie en keuze uitvallen. Keurmeesters die voor diverse rassen bevoegd zijn en geen persoonlijke ervaring  met het ras hebben, hebben vaak een goed oog voor algemene kynologische aspecten zoals bouw en gangwerk. Keurmeesters die als succesvol fokker of toegewijd liefhebber het ras vanuit eigen ervaring kennen, leggen het accent op rasspecifieke details waar zij zelf alert op zijn.

 

De Cane Corso is in vergelijking met vele andere rassen met een minder groot aantal vertegenwoordigd op de nationale en internationale hondenshows, en is dus vaak niet ‘belangrijk’ genoeg om een rasspecialist voor uit te nodigen. Echter zien we dat wanneer er op deze shows een rasspecialist uitgenodigd wordt, het aantal inschrijvingen opmerkelijk hoger ligt. De nationale clubs nodigen voor hun evenementen meestal wel een rasspecialist uit en mogen dan ook op een hoog deelnemersaantal rekenen. In Nederland ontvangt elke deelnemer het keurrapport, in België is dat niet het geval uitgezonderd op rasgebonden evenementen. Een keurrapport geschreven door een keurmeester die gespecialiseerd is in het ras is opvallend uitgebreider met meer rasgebonden opmerkingen.

 


Keuren heeft een objectieve basis: de rasstandaard. Die geeft aan iedere keurmeester (net als aan iedere fokker) de enige juiste richting aan. Maar de standaard kan op bepaalde punten vatbaar zijn voor interpretatie. Daarnaast is keuren zonder subjectief oordeel niet mogelijk. Geen hond is namelijk volkomen identiek aan de standaard , dus moet er steeds een afweging worden gemaakt welke hond er het dichtst bij in de buurt komt, wie daar op volgt, enzovoorts… . Honden die niet aan de standaard voldoen of een in de standaard genoemde diskwalificerende fout vertonen, kan de keurmeester de kwalificatie onthouden, oftewel diskwalificeren. Het algemene kwaliteitsniveau van de hond zal door de meeste keurmeesters wel op gelijke wijze worden onderkend, dus één en dezelfde hond zal overwegend met een U of overwegend met een ZG worden beoordeeld. Toch zijn uitschieters naar boven of onder altijd mogelijk.

Kijkend naar de showresultaten in binnen- en buitenland zien we dat er door keurmeesters regelmatig royaal omgesprongen wordt met het toekennen van de kwalificaties Uitmuntend en Zeer Goed, hetgeen te wijten kan zijn aan een gebrek aan raskennis of het feit dan men zich als keurmeester niet ‘onbemind’ wil maken. Het lijkt er zo op dat er wel heel veel honden hun rasstandaard zeer dicht benaderen, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Dit royaal zijn heeft er toe geleid dat exposanten niet meer snel tevreden zijn, en de werkelijke waarde van een kwalificatie nog zelden weten te waarderen.

 

Eenieder die al een tijdje meedraait in het showgebeuren weet dat de ene keuring de andere niet is. Het kan gebeuren dat een keurmeester weinig tot geen interesse in het ras toont en de honden dan ook in een recordtempo keurt, zonder enige uitleg over het hoe en waarom van zijn kwalificaties en plaatsingen. In deze gevallen zit er vaak ook geen lijn in de keuring en is het gebrek aan kennis van het ras ook merkbaar. Een goede keurmeester betast de honden en wil ze vanuit elke hoek bekeken hebben alvorens zijn definitieve oordeel te vellen.
Zoals altijd het geval is wanneer er competitie in het spel is, zijn er tevreden en ontevreden deelnemers en is jaloezie nooit veraf. Dit alles durft nogal eens een negatief licht te werpen over het showgebeuren, hetgeen onterecht is. Toch is een dag op show meestal een prettige ervaring omdat u in contact komt met andere liefhebbers, voor de mensen die frequent deelnemen is het vaak een weerzien met (oude) bekenden. En bovenal, ongeacht het resultaat, neemt u aan het eind van de dag de voor u allermooiste weer mee naar huis!